Keeskist |
|
|
1.11.04
Sportiviteitscultus Zijn voetballers dommer dan echte mensen? Ik ben er niet helemaal uit. Wel weet ik dat je niet intelligent hoeft te zijn om intelligent te kunnen sporten. Uit eigen ervaring weet ik dat hele intelligente mensen hele domme dingen doen op het veld. "Voetbalintelligentie" is inderdaad iets heel anders dan IQ. Een voorbeeld van een intellectueel dwalende broeder was zondag te zien bij AZ -Feyenoord. Feyenoorder Patrick Paauwe lag geblesseerd op het veld en AZ-er Jan Kromkamp speelde gewoon door. Dit ging tegen het rechtsgevoel van Pascal Bosschaart in, die bij wijze van citizens' arrest Kromkamp van achteren op kniehoogte trachtte doormidden te zagen. Voor zo'n hoge tackle van achteren krijg je uiteraard een rode kaart, maar zo zag Bosschaart het niet. "Ik vind de houding van Kromkamp schandalig. Ik dacht dat we in Nederland allemaal zo professioneel waren om te stoppen als een tegenstander bij een duel overduidelijk geblesseerd raakt. Als dit het spel is dat AZ wil spelen, dan vind ik dat heel slecht." Aldus Bosschaart in het AD, terwijl hij de resten van Kromkamp's pezen van zijn voetbalschoenen veegde. Nog afgezien van de pure domheid van de actie, plus het misbruik van het woord 'professioneel' in dit citaat door een sukkel die nu voor twee wedstrijden geschorst gaat worden, wil ik graag nog even betogen dat dat zogenaamd sportieve uitschieten van de bal nu maar eens afgeschaft dient te worden. Dat hoeft ik nu niet te gaan uitleggen, dat heeft Nico Scheepmaker al gedaan. En dan is het dus gewoon waar. Daarnaast kan ik opmerken dat Scheepmaker dit reeds in 1965 heeft gedaan. Het artikel Sportiviteitscultus (over de wedstrijd Blauw Wit - GVAV) is terug te vinden in de bundel "Rembrandt heeft nooit gevoetbald" en het is negenendertig jaren later nog precies even waar. Een citaat: "...sinds een jaar of acht wordt in Nederland een sportiviteitscultus beleden, die langzamerhand belachelijke vormen gaat aannemen. In de stad en op het platteland, in het hoge nooren en het lage Zuiden, overal wordt de bal bij het geriingste vermoeden van een blessure buiten het veld getrapt, soms zelfs over de tribunes heen. Nu ging het dan juist zo lekker met de sportiviteit, en nu komt er zo'n club van nuchtere Groningers, die het heilige huisje van de sportiviteit radicaal in elkaar trappen. Het werd hoog tijd, want wat is dat voor een soort sportiviteit, dat rekent op een beloning? Is het dan werkelijk nodig dat er een premie op sportiviteit staat? (...) Het wordt tijd, dat we ons eens gaan bezinnen op een soort sportiviteit, die in werkelijkheid minder met sportiviteit te maken heeft dan met een sportiviteitsexhibitionisme van spelers die naar applaus hunkeren." | <$BlogCommentDeleteIcon$> |